Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van de uitvoering van het niveau 2-beheerscontract 2017-2022 tussen de BGHM en de OVM's en het ontwikkelingsproces van het nieuwe beheerscontract voor de periode 2022-2027
- Indiener(s)
- Joëlle Maison
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 679)
Datum ontvangst: 06/09/2021 | Datum publicatie: 20/10/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 18/10/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
14/09/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Het beheerscontract van niveau 2 2017-2022 tussen de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) en de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) loopt begin 2022 ten einde. Tijdens de vergadering van de huisvestingscommissie van 27 mei jongstleden deelde u ons mee dat de BGHM in maart 2021 een overheidsopdracht had uitgeschreven met het oog op de aanstelling van een externe operator die tot taak zou hebben een volledige evaluatie van de uitvoering van dit beheerscontract uit te voeren. Deze opdracht werd uiteindelijk gegund aan BDO Advisory op 19 april 2021. U verklaarde ook dat de resultaten van deze evaluatie door de directie van de BGHM en de vertegenwoordigers van de OVM's zouden worden gebruikt bij de opstelling van het nieuwe beheerscontract van niveau 2 dat voor de periode 2022-2027 moet worden gesloten. Ik zou graag de volgende vragen willen stellen:
In haar Gewestelijke Beleidsverklaring voor de zittingsperiode 2019-2024 en in haar Noodplan voor Huisvesting kondigt de Brusselse regering aan dat ze de manier waarop de BGHM haar toezicht op de OVM's uitoefent, wil herzien. Hoe moet deze herziening van de wijze waarop de BGHM haar toezicht uitoefent, tot uiting komen in de bepalingen van het nieuwe beheerscontract van niveau 2 2022-2027? |
Antwoord | Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het eindevaluatieverslag. Het zal door BDO worden voorgesteld tijdens het BOC op 18 oktober 2021. De algemene conclusie van BDO in het evaluatieverslag luidt als volgt: “De evaluatie van de beheersovereenkomst niveau 2 (2017-2022) die met de BGHM is gesloten, leidt tot een eerste reeks conclusies. In de eerste plaats blijkt deze beheersovereenkomst bijzonder ambitieus, maar ook zeer omvangrijk te zijn. De intentie achter de veelheid van de doelstellingen en de prestaties die van de BGHM en de OVM’s worden verwacht, is lovenswaardig, maar we stellen vast dat de moeilijkheid om aan alle onderdelen tegelijk te werken heeft geleid tot een verlies aan dynamiek. Hoewel er veel is bereikt, blijkt uit de evaluatie ook dat veel operationele doelstellingen slechts ten dele zijn verwezenlijkt en dat een aantal werkzaamheden wel is opgestart maar nog niet tot concreet resultaat heeft geleid. In dit verband is de vorm van de beheersovereenkomst - formulering van doelstellingen, ontbreken van targets, verwachte formele verbintenissen - een bijzonder aandachtspunt. Uit de evaluatie van de beheersovereenkomst blijkt ook dat de verwezenlijking van de doelstellingen verschilt van OVM tot OVM, aangezien zij zich op verschillende maturiteitsniveaus bevinden en met diverse en uiteenlopende empirische realiteiten worden geconfronteerd. Er kan worden overwogen om in de toekomst de te behalen doelstellingen te differentiëren. Over het geheel genomen zien wij de noodzaak in van een doelgerichter en bindender beheersovereenkomst die tot de kern van de zaak gaat - en zich dus richt op de kernopdrachten van de OVM’s - en waarbij men tegelijkertijd blijft werken aan een nauwe en doeltreffende samenwerking tussen de BGHM en de OVM's. Er is namelijk een wens om de samenwerking tussen de BGHM en de OVM’s te versterken en de rol van de partijen te verduidelijken in alle belangrijke gemeenschappelijke procedures. Bij de evaluatie is vervolgens gekeken naar de structuur van het strategisch plan, waarnaar in bijlage 3 van de beheersovereenkomst wordt verwezen. Over het algemeen lijkt het strategisch plan niet echt een kader te bieden voor de ambities en doelstellingen van de OVM's en is het voor de BGHM meer een instrument tot monitoring van de OVM’s, wat niet het voornaamste doel is. Het strategisch plan moet een ambitieuzer instrument zijn en worden ondersteund door een actieplan om de ambities ervan te kunnen verwezenlijken. Tot slot blijkt uit de analyse van het stimulansmechanisme - dat eveneens als bijlage bij de beheersovereenkomst is gevoegd - dat het doel ervan niet duidelijk is en dat het gebruik ervan complex is. In dit verband hebben de actoren die wij hebben ontmoet, zich eensgezind en krachtig uitgesproken voor een hervorming van het huidige systeem. In de toekomst moet gekozen worden voor een meer stimulerend en pragmatisch mechanisme van stimulansen en indicatoren. Uit deze conclusies kunnen de nodige lessen worden getrokken en op basis ervan kan een solide basis worden gelegd voor de opstelling van de nieuwe Beheersovereenkomst van niveau 2 (2022-2026). ” De opdracht die aan BDO Advisory is toevertrouwd, is verdeeld in 4 fasen: - Fase 1: Evaluatie van de beheersovereenkomst 2017-2022 (mei tot midden september 2021); - Fase 2: Stakeholdersanalyse (juli tot begin oktober 2021); - Fase 3: Uitwerking van de nieuwe beheersovereenkomst (begin oktober tot eind november 2021); - Fase 4: Hervorming van mechanisme voor stimulansen en opvolging (eind november tot midden december 2021). Zoals u kunt zien, is de onderhandelingsfase nog niet begonnen. Deze fase 3 zal beginnen met een collectieve werksessie, geleid door BDO, waarbij de directeurs-zaakvoerders of vertegenwoordigers van de 16 OVM's, de BGHM en vertegenwoordigers van mijn kabinet bijeenkomen om de visie op deze nieuwe beheersovereenkomst te bepalen. Deze sessie zal plaatsvinden op 21 oktober 2021. Er zullen nog twee werksessies worden georganiseerd om de strategische pijlers, de doelstellingen en indicatoren vast te leggen. Zoals eerder vermeld, worden in het evaluatieverslag van BDO, waaraan momenteel de laatste hand wordt gelegd en dat wordt goedgekeurd, aangegeven welke aspecten moeten worden behouden en welke moeten worden gewijzigd. De te behouden en te wijzigen aspecten zullen eveneens kunnen worden bepaald aan de hand van de resultaten van de werksessies die in het kader van de stakeholdersanalyse zijn georganiseerd en waarvan de resultaten tijdens het BOC van 18 oktober zullen worden voorgesteld. Tot slot, wat betreft uw laatste vraag over de herziening van de modaliteiten voor de uitoefening van het toezicht door de BGHM, moet u weten dat hiervoor een bijkomende opdracht werd besteld bij KPMG, die in 2020 de audit van de BGHM heeft uitgevoerd. In dit verband werden vier werksessies georganiseerd. Op het moment dat dit verslag wordt geschreven, moeten de in de nieuwe beheersovereenkomst 2022-2027 op te nemen elementen worden bepaald, op basis van de laatste werksessie, die plaatsvond op 7 oktober 2021. |